AUTOBIOGRAFIE VAN MIJN GELOOFSLEVEN (0 TOT 25 JAAR)

 

Autobiografie van mijn geloofsleven (0-25 jaar)

Voor ik begin met het schrijven van blogjes onder ‘De wereld door Zijn filter’ is het denk ik belangrijk dat ik een inkijkje geef in mijn geloofsleven. Het is namelijk niet altijd geweest zoals het nu is. Ik probeer er een korte blog van te maken en niet al te veel uit te weiden naar andere stukjes waarover ik iets te zeggen heb (dit schreef ik voor ik verder nog wat op papier zette, uiteindelijk is het een vrij lange blog geworden, zonder dat ik enorm uitgeweid ben, vind ik zelf dan, haha). Na het lezen van deze blog weet je ongeveer hoe mijn geloofsleven verlopen is tot mijn bijna 25ste levensjaar.

0-11 jaar – Christelijke opvoeding
Mijn ouders zijn gelovig opgevoed en geloven zelf ook, zo komt het dat ook ik opgegroeid en opgevoed ben met het geloof. Wat dit in de praktijk betekende is dat er bij het eten gebeden werd en ook voor het slapen gaan, dat er na het eten vaak een Bijbels dagboekje gelezen werd, dat we bijna elke zondag naar de kerk gingen en mijn moeder CD’s kocht met christelijke muziek. Eens in de paar weken ging ik naar de club van de kerk – iets waar ik overigens vaak geen zin in had, maar ik en mijn broertje moesten hier toch naartoe. Ik geloofde in deze fase, zoals een kind gelooft in God. Het staat ergens wat ver weg, maar tegelijkertijd voelde het veilig en nam ik alles voor waar aan; God was als een superheld, een sinterklaas aan wie je dingen kon vragen en die goed voor je was.

11-16 jaar – De bubbel van het ‘kind zijn’ knapte kapot

Rond mijn elfde veranderde mijn leven. Mijn vader maakte bepaalde keuzes waardoor het leven ineens niet meer zo simpel en zorgeloos verliep. De bubbel waar je je als kind in bevindt, waarin je je veilig voelt en vertrouwen de boventoon voert, waarin je je écht kind voelt, ging voor mij op dat moment kapot. Hoe jong ik ook was, vanaf dat moment begon ik God te zoeken. Dat beeld van God, als een superheld, dat bestond nog, al was het minder kinds dan eerder. Ik wist dat God dingen kon doen die niemand anders kon, en dus besloot ik vanaf dat moment zelf God te zoeken. Nadat mijn moeder of vader met mij gebeden had voor het slapen gaan, bad ik daarna zelf nog. Die gebeden waren met name gericht op herstel, naar aanleiding van de keuzes die mijn vader gemaakt had. Ineens had ik voor het eerst een soort van kinderlijke persoonlijke relatie met God, die losstond van mijn ouders (daar bedoel ik mee dat elke eerdere vorm van bezig zijn met het geloof, geïnitieerd werd door mijn ouders en niet door mijzelf). Mijn specifieke gebed werd verhoord, maar ik merkte op die leeftijd al wel dat er van volledig herstel geen sprake was. De scheuren bleven voelbaar. De puberteit startte ook nog ergens in deze fase, wat het er niet makkelijker op maakte. En met ‘het’ bedoel ik zowel het geloofsleven, als ook het leven zelf. Ik weet nog dat ik mij qua geloofsleven enerzijds gepusht voelde door mijn ouders, bijvoorbeeld op momenten als het verplicht moeten deelnemen aan catechisatie en de club van de kerk, maar anderzijds geloofde ik zelf wel dat God echt bestond.

16 tot 20 jaar – Life-events
Ik kreeg een vriendje met een heel andere achtergrond, zowel cultureel als ook qua geloofsleven. Hij was moslim en ik christen. Dit bracht een hoop gedoe – zoals ik dat toen ervoer – met zich mee, waarbij je moet denken aan gesprekken met hemzelf, gesprekken met mijn ouders, maar ook met een dominee die er tijdens catechisatie wat van vond. Ik voelde mij totaal niet met hen (mijn ouders en de dominee) op één lijn zitten en vond dat ze zich met mij bemoeiden. Voor mij werkte dit dan ook averechts. In deze periode van mijn leven begon het trouwens wat meer heen en weer te gaan. Er braken tijden aan dat ik wat meer bezig was met het geloof, maar ook tijden waarin ik er totaal niet mee bezig was. Een van die periodes was een wat donkere periode, waarin er ineens van alles boven tafel kwam, opnieuw naar aanleiding van (opnieuw) bepaalde keuzes van mijn vader. De relatie met mijn vader was voor alles boven tafel kwam al te betitelen als 'minder goed' of 'slecht'. Ik zal hier verder niet over uitweiden, maar uiteindelijk maakte ikzelf de keuze om het contact met mijn vader te verbreken. En hoewel ik er nu dus niet verder op inga, wil ik je wel meegeven dat ik natuurlijk niet ‘zomaar ff’ zo’n keuze maakte. Er gebeurde nog veel meer in die periode. Mijn oma kreeg kanker, mijn relatie ging uit (en aan, en uit en aan, een relatie die uiteindelijk ook zo z’n littekens heeft achtergelaten), ik werd twee keer geopereerd aan mijn enkel en ontdekte dat ik door het niet goed genoeg herstellen van mijn enkel, mijn droomopleiding en –baan vaarwel kon zeggen. Helemaal shit dus. Ik snapte ook niet waarom God alle ellende in deze periode toeliet. Ik geloofde dat hij bestond, maar het vormgeven van mijn geloof veranderde.

20 tot 22 jaar – ‘Geloofs-moe’
Nu ik de opleiding die ik wilde gaan doen niet meer kon doen – het ging trouwens om de CALO – koos ik maar voor een andere opleiding. Na een half jaar stopte ik, omdat ik erachter kwam dat het niet bij mij paste. Om in dat half jaar toch maar wat te gaan doen besloot ik een traject aan de EH te gaan volgen; de Evangelische Hogeschool. Dit werd voor mij uiteindelijk helemaal niets. Ik voelde mij verplicht en werd doodgegooid met allerlei dingen. Aan bepaalde dingen had ik wel wat, maar het werkte voor mij niet als mij gezegd werd dat ik bepaalde opdrachten moest maken. Ik kreeg er wat afkeer van en had er schoon genoeg van; ik zou het ‘geloofs-moe’ noemen. Ik deed er daarna een tijd niets mee. Al bleef ik wel geloven dat God bestaat. Ik koos uiteindelijk voor de CHE, als hogeschool waar ik de opleiding Maatschappelijk Werk en Dienstverlening zou volgen. Een Christelijke Hogeschool. Die koos ik niet perse vanwege de ‘C’, maar met name omdat het een kleine, persoonlijke school was en ik op kamers kon als ik daarheen zou gaan. Wat ook nog bij deze periode hoort, wat later in de blogs nog wel terug zal komen, was dat ik een Bijbel kocht, een Engelse vertaling, The Message. Dit sprak mij meer aan dan de Nederlandse Bijbel, met oud Nederlandse taal.

22 tot 24 jaar  - Het vlammetje doofde
Ik kreeg een relatie, waar ik anderhalf jaar later ook mee zou samen wonen. Hij geloofde niet. Ik bleef geloven dat God bestond, maar deed er in die periode niets mee. Sterker nog, ik veranderde meer dan ooit te voren. Die jongen was daar niet de oorzaak van, mocht dat zo overkomen. Dit startte denk ik al na de periode dat ik van de EH afkwam. Veel schelden, veel boos, veel negatief. Ik ging vanaf mijn 20ste niet of amper meer naar de kerk en in de periode dat ik een relatie had, kwam ik alleen in de kerk als ik een begrafenis had. Ik deed werkelijk niets meer met het geloof. Ik bad ook niet meer. Het enige dat ik heel af en toe nog eens deed, met name in het jaar dat ik 25 werd, was af en toe Hillsongnummers luisteren.

 

24 tot 25 jaar – Mijn leven op z’n kop, maar ‘every end is a new beginning’.
In het jaar dat ik al 25 was en 26 zou worden, is mijn leven op z’n kop komen te staan. Ik woonde samen, had een hond en al ging de relatie niet altijd top, toch had ik wel een bepaald toekomstplaatje in mijn hoofd waar ik automatisch vanuit ging, ken je dat? Het is niet zo dat het een perfect toekomstplaatje was en ik er vet gelukkig van werd, maar het was wel wat in mijn systeem zat, wat duidelijk was, wat ik verwachtte. Misschien past het bij mijn persoonlijkheid om hier waarde aan te hechten, aan die veiligheid en duidelijkheid. Des te groter de klap dus, dat die relatie uitging. En alhoewel het niet helemaal lekker zat tussen ons, was het toch onverwacht voor mij. Mijn leven stond volledig op z’n kop. Alles van vroeger kwam in die periode ook omhoog. Ik sliep slecht en kon bijna niks eten. Ik voelde dat ik niets anders kon dan bidden, hoe dramatisch dat ook klinkt.

 

Maar eerlijk waar, meteen vanaf dat moment ontstonden er situaties en ervaringen waarin het niet anders kon dan dat God daar een rol inspeelde. Misschien dat als je die dingen zou weten of lezen dat jij het niet op die manier opvat, maar ik beleefde en voelde het wel zo. Ikzelf weet het wel zeker. God liet  – meteen toen ik hiernaar vroeg – zien dat hij voor mij zorgde. Vanaf dat moment is mijn leven veranderd als het gaat om mijn geloofsleven. Daar waar ik altijd zo opgevoed was en soms wel even een periode van relatie met God kende, leek het wel alsof ik God, de Bijbel, het geloofsleven en alles voor het eerst hoorde en meemaakte. Wellicht dat ik niet alles zal delen in mijn blogs, maar ik hoop wel een aantal ervaringen met jullie te delen. En los van dat ik het met jullie wil delen, schrijf ik dit ook voor mijzelf. Zodat ik het niet kan vergeten en nog eens terug kan lezen.